De clan van de Wilde Honing
Spirituele rijkdom van de Aborigines
Ad Borsboom
Uitgeverij Becht, 1996 - 2006
De verre voorouders van de Australische Aborigines waren de eerste mensen die een nieuw continent koloniseerden.
Nog voor de indianen de beide Amerika's bevolkten, en lang voordat er in Europa, Azië en Afrika grote beschavingen
opkwamen en weer ten onder gingen, hadden de Aborigines Australië al ontdekt.
In De clan van de Wilde Honing laat antropoloog Ad Borsboom ons kennismaken met de rijke cultuur,
religie en spiritualiteit van de Noord-Australische Aborigines.
Zijn boek corrigeert het scheve, overgeromantiseerde beeld (´de edele wilde´) dat in de hedendaagse
populaire literatuur opgeroepen wordt.
Jarenlange studie en direct contact met mannen en vrouwen van de clan van de Wilde Honing in Arnhem Land vormen de
basis van dit even fascinerende als betrouwbare boek over het spirituele leven van de Aborigines.
Borsboom verklaart mythische scheppingsverhalen, waarin spirituele wezens (dreamings) een belangrijke rol vervullen;
hij laat zien hoe groot de rol is van riten, en welke symboliek er schuilgaat achter mythen, gezangen, dansen en
religieuze kunst. Ten slotte gaat hij in op de vraag of de Aboriginal spiritualiteit en religie relevant zijn
voor onze westerse beschaving.
Ad Borsboom (Heerlen, 1944) is als universitair hoofddocent Pacific Studies verbonden aan de vakgroep
Culturele Antropologie van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Sinds 1972 doet hij onderzoek bij
Australische Aborigines.
(Bovenstaande tekst komt van de achterkant van het boek)